Op de grens van het Groene Hart in Leiderdorp staat melkveebedrijf De Valk. Maries en Arjan Roest zijn bedrijfsleider en verzorgen samen met werknemer Arnold de Witt de 240 melk- en kalfkoeien, 140 stuks jongvee, 70 vleeskoeien en 120 schapen. “De nieuwe stal is comfortabel voor ons, en voor de koe. Koecomfort stond voor ons voorop.”

In de skybox van een ruime en lichte stal vertelt Maries Roest over het bedrijf, eigendom van de familie Van Der Valk. “De verschillende takken vee van ons bedrijf vullen elkaar aan. Zo schuiven we het restvoer van de melkkoeien door naar het vleesvee. In de winter lopen de schapen op het land en zorgen ze voor een mooie graszode. We stemmen de takken zo goed mogelijk op elkaar af. De schapen en het vleesvee lammeren en kalven zoveel mogelijk voor de eerste snede, zodat we daarna weer kunnen focussen op de bewerking van het land”, legt Maries uit.

Dubbel zoveel koeien in dezelfde tijd
In 2014 ging het bedrijf op de schop. De donkere grupstallen werden vervangen door een nieuwe melkveestal met indeling 0-4-0-3, een jongveestal met voergang en boxen en een loods waarin plek is voor de kalfjes en de ooien. “We hebben nu veel ruimte: voor iedere koe en kalf is er een ligplek. Er is veel licht en lucht en alle stallen zijn goed geventileerd”, stelt Maries. “Vooral het melken is een wereld van verschil. In onze AutoRotor PerFormer 40 (40 stands buitenmelker) melken we onze 210 koeien in dezelfde tijd waarin we voorheen 80 koeien molken. Binnen twee uur heeft de melker de koeien opgehaald, gemolken en de stal weer schoongemaakt. We werken makkelijker en verzetten meer werk met evenveel arbeid. De nieuwe stallen dragen ook bij aan een sterke veestapel: in de nieuwe stallen maakt het jongvee een goede start, dat zie je later terug.”

Koecomfort voorop
De keuze voor de nieuwe stallen past bij de filosofie van de bedrijfsleiders. In de nieuwe stallen hebben de koeien het goed voor elkaar: veel ruimte, boxen met veel kopruimte, voldoende plek aan het voerhek en een efficiënte melkstal. Maries licht toe: “Wij stellen maximale melkproductie niet voorop, we vinden het vooral belangrijk dat de koe gezond blijft zodat ze langer melk produceert. Een goede stal is dan essentieel.”