De maatschap Verhoeven is een echt familiebedrijf, waarin de vier zussen Verhoeven samenwerken met hun ouders. Simone, Yvonne en Eliene boeren elk op een eigen locatie, op steenworp afstand van elkaar. Zelfstandig, maar samen. Yvonne en Simone vertellen over het bedrijf en de samenwerking.

Yvonne (28) en Simone (24) boeren in maatschap met hun ouders Peter (56) en Monique (53), en hun andere zus Eliene (29). De vierde dochter uit het gezin is Linda (26), ze woont bij haar man op het akkerbouwbedrijf. De familie heeft met elkaar zo’n 650 melk- en kalfkoeien, die verdeeld zijn over drie locaties in Lelystad. Alle drie de boerderijen liggen eigenlijk aaneengesloten doordat de grond, in totaal 160 hectare, van de bedrijven in elkaar overloopt. Op het ouderlijk bedrijf, waar Yvonne woont en werkt, wordt het jongvee opgefokt en kalven alle koeien. Op de locaties waar Simone en Eliene wonen wordt alleen maar gemolken. “Uiteindelijk zullen we in de toekomst het bedrijf wel splitsen”, geven de zussen aan. “Maar we zullen altijd blijven samenwerken, dat maakt het bedrijf veel sterker.”

Scherp op arbeidsgemak
En de vrouwelijke invloed, maakt dat de bedrijfsvoering anders? “Ja“, zegt Yvonne Verhoeven. “Ik denk wel dat we scherper zijn op arbeidsgemak.“ In de stal bij haar zus Simone kan ze meteen al een voorbeeld aanwijzen: een 200 liter vat dipmiddel. “Dat is beter dan telkens sjouwen met jerrycans van 20 kilo.“ En, natuurlijk, ook de melkrobots maken het werk gemakkelijk én flexibel. “Ik werk ook nog 3,5 dag in de week als jongveespecialist bij ABZdiervoeding en zou me niet kunnen voorstellen dat ik hier elke dag, twee keer per dag in de melkstal zou moeten staan“, klinkt Simone overtuigd. Ook haar zus Eliene melkt met robots, bij Yvonne wordt er gemolken in een twee x 12 visgraat.

De service van GEA dealer Schipper FarmTech
Naast het gemak is er nog een andere belangrijke reden waarom ze voor ‘groen’ kozen. “De service van de dealer, Schipper FarmTech in Putten, is heel goed”, vindt Yvonne. “Kleine storingen kunnen we via telefonische uitleg zelf verhelpen. En wanneer er problemen zijn, staan ze er zo.” Simone voegt toe dat de GEA-helpdesk ook zorgt voor een hoge klanttevredenheid. “Ze kijken op hun eigen computer regelmatig mee hoe de robots functioneren. Wanneer ze rare dingen zien dan trekken ze aan de bel.“ Ook de technische kengetallen klinken als een klok: 3,1 melkingen, 31 liter gemiddeld en een celgetal dat daalde naar 120.000 cellen/ml met een kiemgetal van 8. De robots bevallen zo goed dat er in de toekomst nog een paar bij zullen komen. Eind 2021 zullen ook bij Yvonne zes GEA DairyRobots R9500 het melken overnemen. “Ik kijk er nu al naar uit.“

Yvonne (28, links) en Simone (24) Verhoeven

Het geeft de zussen volop de kans om te vergelijken, zeker omdat Eliene met een ander merk robots melkt dan haar jongste zus. Twee jaar geleden maakten ze op de locatie van Simone de overstap naar robotmelken, waarbij werd besloten alsnog voor GEA te kiezen. “Logischerwijs zou je bij de aankoop van de robots hetzelfde merk kiezen“, geven ze al aan voordat de vraag is gesteld. “Maar we hebben heel bewust voor GEA gekozen“, vertelt Simone. “We vinden het heel prettig dat er een mogelijkheid is om de melkstellen nog handmatig onder de koeien te kunnen hangen. Wanneer we vaarzen inmelken doen we dat de eerste keren graag met de hand om ze rustig te laten wennen“, geeft Simone aan. “Dat kan bij de GEA robot. En die is ook heel snel en nauwkeurig met aansluiten. We hebben wel eens een koe die bij Eliene maar heel moeilijk aangesloten wordt. Die halen we dan hier naartoe en dan is het zo klaar.“  Wat de dames ook een voordeel vinden is de gemakkelijke bediening –“zelfs onze vader redt zich ermee“- en de put die naast en achter de robot is gecreëerd. “Zo kun je alles mooi op ooghoogte controleren. Ja, ook dat is arbeidsgemak.“